HOME » Inventarisaties » Amfibieën
Amfibieën
Natuurwetgeving
In Nederland komen zestien soorten amfibieën voor, elf kikkers en padden en vijf salamanders. Al deze soorten zijn wettelijk beschermd, maar de bescherming verschilt per soort. Sommige soorten, als de boomkikker of de knoflookpad zijn zeer zeldzaam en komen maar rond enkele poeltjes in het hele land voor. Deze genieten dan ook een zware bescherming. Meer algemene soorten, als de kleine watersalamander en de gewone pad komen vrijwel overal voor en zijn daarom in veel provincies vrijgesteld. Het grootste deel van deze soorten geeft een goede indicatie over de kwaliteit van een gebied.
- Nationaal beschermd
- Soorten opgenomen in bijlage A van de Wet natuurbescherming: alpenwatersalamander, bastaardkikker*, bruine kikker*, gewone pad*, kleine watersalamander*, meerkikker*, vinpootsalamander en vuursalamander.
- Europees beschermd
- Soorten opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn: boomkikker, geelbuikvuurpad, heikikker, kamsalamander, knoflookpad, poelkikker en rugstreeppad.
* Voor deze soorten geldt een provinciale vrijstelling in een groot deel van de Nederlandse provincies
Rugstreeppad (Bufo calamita)
Habitat
Het leefgebied van amfibieën is op te delen in drie functies:
- Voortplantingshabitat: Het water waarin wordt gepaard en de ei-afzet plaatsvindt. De larven groeien vervolgens op in dit water. Elke soort stelt zijn specifieke eisen aan het voortplantingshabitat.
- Zomerhabitat: Hier brengen zowel de jonge als de volwassen dieren de zomer door. Het zomerhabitat dient aan bepaalde eisen te voldoen (o.a. schuilmogelijkheden en voedselaanbod).
- Winterhabitat: De plaats waar de dieren hun winterslaap houden. De meeste amfibieën kruipen weg op een vochtige locatie met een stabiel microklimaat. Sommige soorten overwinteren door zich in te graven in de bodem van een watergang of zand.
Al deze functies als leefgebied voor amfibieën zijn beschermd onder de Wet natuurbescherming. Negen soorten amfibiën staan op de Rode Lijst Amfibieën.
Onderzoeksmethodiek
De beste tijd voor inventarisatie van amfibieën is vanaf het vroege voorjaar tot en met de zomer. De methodiek verschilt per soort. De verschillende monsternamen die worden gebruikt:
- Met een schepnet voortplantingswater bemonsteren. De methode kan voor de meeste soorten amfibieën gebruikt worden, voor zowel larven als volwassen dieren.
- Gericht zoeken naar soorten, door bijvoorbeeld stenen en stammen om te draaien.
- Kikkers en padden worden geïnventariseerd op basis van het geluid dat ze maken.
- Het vangen van soorten met behulp van speciale amfibieënfuiken.
Expertise
De medewerkers van Adviesbureau E.C.O. Logisch kunnen inventarisaties en monitoring aan de hand van de genoemde methoden uitvoeren. Daarnaast kan er aan de hand van het habitat een verwachting worden gegeven van de geschiktheid van het betreffende gebied voor amfibieën.
Referentieprojecten
- Monitoring rugstreeppad duinen
- Wegvangen rugstreeppad Amstelveen
- wegvangen rugstreeppad duinen Hoek van Holland
- Inventarisatie heikikker De Wieden
- Inventarisatie en wegvangen heikikker A12 Utrecht - Gouda
- Inventarisatie kamsalamander A27-A28-A1
- Inventarisatie alpenwatersalamander Knooppunt Kunderberg