HOME » Inventarisaties » Vaatplanten

Vaatplanten

Natuurwetgeving

In Nederland komen circa 1450 wilde plantensoorten voor. Hiervan zijn 82 soorten beschermd middels de Wet natuurbescherming bijlage B. Hiervan staan 4 soorten tevens in bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Een voorbeeld hiervan is de groenknolorchis.

Daarnaast is er een Rode Lijst Vaatplanten waarop 530 soorten vaatplanten staan, die in meer of mindere mate bedreigd zijn in hun voortbestaan in Nederland. Deze lijst kent geen wettelijke status, maar wordt veel gebruikt bij vegetatie-onderzoeken in bijvoorbeeld natuurgebieden.

Onderzoeksmethodiek

Bij onderzoek naar vaatplanten worden verschillende methodes gebruikt, afhankelijk van de vraag van het onderzoek. Hieronder staan de meest gebruikte methodes beschreven:

Beschermde vaatplanten

Bij onderzoek in het kader van de Wet natuurbescherming wordt het voorkomen van beschermde vaatplanten onderzocht. Het betreft hier om een soortgericht onderzoek met een beperkte lijst met soorten, afhankelijk van de aanwezigheid van geschikt habitat. Bij dit type onderzoek worden de exacte locaties en aantallen van beschermde soorten genoteerd. Een voorbeeld hiervan is onderzoek naar beschermde varens (bijv. schubvaren) op kademuren in de stedelijke omgeving.

Soldaatje Soldaatje (Orchis militaris)
Rode Lijst-soorten

Het onderzoek naar Rode Lijst-soorten wordt veelal uitgevoerd in natuurgebieden met als doel de trend van soorten en/of het beheer te analyseren. Het onderzoeksgebied wordt bij dit type onderzoek doorgaans opgedeeld in te overziene vlakken. Vervolgens wordt per vlak de abundantie van de Rode Lijst-soorten bepaald. Hierbij worden verschillende vegetatieschalen gebruikt. Gangbare vegetatieschalen bij dit type onderzoek zijn de abuntantieklasses van Floron of Tansley.

Permanente kwadraten (PQ's)

Het onderzoek naar proefvlakken (PQ's) is een wetenschappelijke benadering om veranderingen in vegetatie te onderzoeken. De proefvlakken worden vaak periodiek over een spanne van meerdere jaren onderzocht op steeds dezelfde manier. Hiermee krijgt men een beeld van de vegetatieontwikkeling en kan men bijvoorbeeld het gevoerde beheer statistisch analyseren. Bij onderzoek in PQ's wordt per proefvlak het voorkomen en de bedekking van elke soort en vegetatiehorizont genoteerd. Hierbij worden naast vaatplanten ook alle terrestrische soorten mossen en korstmossen onderzocht. Veelal wordt bij dit type onderzoek de vegetatieschaal van Londo of Braun-Blanquet gebruikt.

Expertise

Adviesbureau E.C.O. Logisch heeft ruime ervaring met de verschillende methodes van vegetatie-onderzoek. Een aantal referentieprojecten zijn:

Onze expert

Mathieu Groeneveld

Mathieu Groeneveld
E-mail: mathieu@eco-logisch.com
Tel.: 0172-576072