Men denkt niet snel aan slakken als het gaat om beschermde flora en fauna. Toch zijn er een aantal slakken beschermd middels de Wet natuurbescherming. Zo is de wijngaardslak beschermd middels bijlage V van de Habitatrichtlijn. Daarmee is het commercieel verzamelen van deze soort verboden.
Daarnaast zijn er een drietal soorten slakken zwaar beschermd middels bijlage II van de Habitatrichtlijn. Het betreffen twee landslakken (nauwe korfslak en zeggekorfslak) en één waterslak (platte schijfhoren). De platte schijfhoren is daarnaast beschermd middels bijlage IV van de Habitatrichtlijn, waardoor deze ook buiten de Habitatrichtlijn gebieden bescherming geniet.
Het inventariseren van de nauwe korfslak wordt gedaan door het nemen van strooiselmonsters. De locaties waar de monsters worden genomen dienen overeen te komen met de habitateisen van de nauwe korfslak: ongestoorde kalkrijke duingebieden. In de duinen is de soort in verschillende biotopen te vinden: grasvegetaties, loofbos, mosvegetaties en struwelen. Er wordt gebruik gemaakt van een stapelzeefset, met verschillende maaswijdtes. De huisjes worden eruit gepikt met behulp van een pincet en bekeken onder de binoculaire microscoop.
De grootste korfslak die in Nederland voor komt, de zeggekorfslak, fungeert als belangrijke kwaliteitsindicator voor bronbossen en oevervegetaties. In Nederland wordt de soort aangetroffen in verlandingszones in het laagveengebied en in kalkrijke moerasbossen, gevoed door kwelwater. Bladeren van zegges en andere moerassoorten vormen het belangrijkste biotoop. Voor de bemonstering van de soort wordt een vast kwadraat en daarin een vastgesteld aantal planten onderzocht. De beste periode om de soort te inventariseren is vanaf de zomer tot de winter. De aangetroffen slakken worden gedetermineerd met behulp van een binoculaire microscoop.
De platte schijfhoren komt voor in vrijwel stilstaande tot zwakstromende water met een rijke submerse vegetatie. De soort is behoorlijk gevoelig voor chemische vervuiling. De beste periode om de soort te inventariseren is van juni tot en met augustus. Tijdens het onderzoek worden vijf kansrijke locaties uitgekozen, per kilometer geschikt habitat. Met behulp van een schepnet worden onderwaterplanten naar boven gehaald. De planten worden vervolgens goed uitgeschud boven een emmer zodat de slakken loskomen. De inhoud van de emmer wordt vervolgens gezeefd. Daarbij worden alle schijfhorenslakken met een pincet eruit gepikt en verzameld. Er dienen 50 schijfhorenslakken per monstername verzameld te worden. De schijfhorenslakken worden vervolgens gedetermineerd met behulp van een binoculaire microscoop.
Bovenstaande onderzoeksmethodes zijn gebaseerd op de “Handleiding Slakken van de Habitatrichtlijn waarnemen” van Stichting ANEMOON.
Adviesbureau E.C.O. Logisch heeft ervaring met onderzoek naar de nauwe korfslak in verschillende duingebieden. Daarnaast hebben de ecologen van Adviesbureau E.C.O. Logisch ervaring met het inventariseren van platte schijfhoren in het kader van de Wet natuurbescherming.
Onze expert
Mathieu Groeneveld
E-mail: mathieu@eco-logisch.com
Tel.: 0172-576072