Verspreidingsonderzoek wordt steeds vaker uitgevoerd aan de hand van ‘eDNA’. Hiermee wordt op een betrouwbare, snelle en goedkope manier de aan- of afwezigheid van soorten vastgesteld. Vooral bij zeldzame diersoorten met een verborgen levenswijze kan eDNA (environmental DNA) een uitkomst bieden. Zo kan door het analyseren van watermonsters momenteel onderzoek worden gedaan naar de kamsalamander, de knoflookpad en de grote modderkruiper. In het kader van ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet is nu ook onderzoek naar de waterspitsmuis mogelijk middels deze methode. Dit verlaagt de benodigde onderzoekskosten al snel van enkele duizenden naar slechts enkele honderden euro’s.